Sinds 1878 staan de geuzen en sussen (de liberalen en de katholieken) elkaar naar het leven in Begijnendijk, een gemeente op de grens van de provincies Brabant en Antwerpen. De schermutselingen volgen elkaar onafgebroken op, met nooit aflatende verdachtmakingen tussen liberalen en katholieken.

Fons Van Rompuy houdt voor de sussen van 1912 tot 1932 de touwtjes als burgemeester in handen – net zoals zijn vader Kobe dat deed in het laatste kwartaal van de vorige eeuw.

Inzet: schoolhoofd

In 1930 hebben de katholieken vijf van de negen schepenzetels, de liberalen vier. (De socialistische partij bestaat in de gemeente nog niet. Later doet ze een schuchtere, maar niet erg succesvolle poging om mee te spelen op het lokale politieke toneel.)

Maar dan raken de katholieken in een interne stammenoorlog verzeild, met als inzet … mijn grootvader, meester Fik Van Rompuy. Want het is hij of meester De Rijck, die Arthur Danckers zal opvolgen, het afzwaaiende hoofd van de gemeenteschool op de Kleine Steenweg.

Jaren twintig van de twintigste eeuw
Meester Fik Van Rompuy, mijn grootvader, op de fiets voor de gemeentelijke jongensschool (links) van Begijnendijk

1929 – Dagboek van meester Fiks vrouw

In haar dagboek vat mijn grootmoeder Tine Van Rompuy-Janssens de gebeurtenissen als volgt samen:

“Januari 1929 – Onze Fik krijgt het gedaan van de Katholieke Partij dat Jan De Rijck benoemd wordt. Gusta van Betekom was al eerder benoemd, dus staan we nu met 6 leerkrachten: Danckers, Van Vlasselaer, Ik, Onze Fik, Gusta en Jan De Rijck.

[nvdr: Fik had sinds eind 1923 de vierde graad onder zijn hoede, zijn vrouw Tine sinds de zomer van 1922 de derde graad, en Fiks Betekomse nicht Gusta Van Rompuy vanaf 1929 de vijfde graad]

Extract uit het dagboek van Tine Janssens (1929)

Bij de benoeming van Jan zegt onze Fik hem: “Jan, ik heb je nu in Begijnendijk gekregen. Nog een poosje en dan gaat Danckers op pensioen. Ik sta er op schoolhoofd te worden. Ik hoop dat je dan niet onder mijn duiven schiet.” En Jan, met de hand op het hoofdeke van Griet [nvdr: Fiks dochter]: “Dat zweer ik, Fik, op het hoofd van dat kind.” ‘s Avonds in een café in ’t dorp zegt hij, zat als hij is: “Fik zoekt hier schoolhoofd te worden, maar dáár zal hij met zijn kl… naast liggen.” Zo zie je maar: van je vrienden moet je ’t hebben.

Meester Fik Van Rompuy en juffrouw Tine Janssens rond 1929, wanneer De Ryck op Fiks voorspraak als leraar in de gemeenteschool wordt aangenomen. Met kinderen Griet (op wiens hoofd meester De Ryck zijn dure eed doet), Mia en Wim (mijn vader), en in het midden de Hongaarse kinderoppas Erszbeth.

1931 – De maskers vallen

In 1931 vallen de maskers. Zodra het pensioen van hoofdonderwijzer Danckers wordt aangekondigd, splitst Jan de Rijck zich van de katholieke moederpartij af met een kliek familie en vrienden. Hieraan hebben ze hun bijnaam ‘De Wringers‘ te danken.

Uit het dagboek van Tine Van Rompuy-Janssens:

1931/1932 – Er komt scheuring in de Katholieke partij: Jan De Rijck en kornuiten vormen een nieuwe partij, die ze “de Wringers” noemen. Allemaal met het oog op de verkiezing van een schoolhoofd. Nu zitten er op het gemeentehuis 4 Katholieken (Sussen), 4 Liberalen en 1 Wringer: een joker die nog burgemeester wordt ook.

Opmerking: ofschoon ik geen redenen heb om de twijfelen aan het geschreven en gesproken verslag van mijn grootmoeder Tine, blijft het háár verhaal, háár interpretatie van de feiten. Zoals meestal in gevallen als deze, zal de objectieve waarheid misschien wel wat genuanceerder zijn.

Beluister: Tine Van Rompuy-Janssens beschrijft (op haar 90ste) de strijd tussen Sussen en Wringers


Dit interview nam ik (Wim van Rompuy jr.) rond 1990 af van mijn grootmoeder Tine (weduwe van meester Fik Van Rompuy), in het bijzijn van haar zoon en mijn vader Wim Van Rompuy sr.

1932 – Welk neefje wordt het?

Bij de eerstvolgende verkiezingen worden vier Sussen, vier Liberalen en … één Wringer verkozen. De partij die hem aan zijn kant krijgt, bestuurt Begijnendijk. De liberalen ruiken eindelijk hun kans. De pasmunt voor deze coalitie? Die ene Wringer, Emiel Goris, wordt burgemeester én Jan de Rijck wordt hoofdonderwijzer. Zo geschiedt.

Na de installatie van de nieuwe burgemeester en schepenen in februari, stemt het college op 16 maart 1932 over de aanstellingen. En grijpt waarnemend hoofdonderwijzer Fik van Rompuy, neef van burgemeester Fons Van Rompuy, naast de definitieve aanstelling. Onderwijzer Jan De Rijck, neef van de tweede schepen, pikt zijn plaats in.

Twee katholieke fanfares, veel schermutselingen

Vanaf dat moment is het bijna tien jaar (letterlijk) slaande ruzie tussen Sussen en Wringers – een ruzie die zich op de niet aflatende onenigheid tussen katholieken en liberalen ent.

Begijnendijk wordt omwille van het niet aflatende politieke gekonkelfoes ‘Klein Brussel’ genoemd.
(Het Nieuwsblad, 25 mei 1933)

De meest invloedrijke families binnen de Wringers zijn de Verbisten (met als voorman Mil Verbist) en de Van Oosterwycks. Zij richten ook snel hun eigen fanfare op, zodat alle processies in Begijnendijk voortaan begeleid worden door twéé katholieke fanfares, die elkaar het licht in de ogen niet gunnen. Ze laven zich trouwens ook in hun eigen stamcafé: de Sussen bij Jacques De Roover in de Dorpsstraat, de Wringers tegenover het huis van Florent Verbist, later bij zijn broer Mil Verbist in het begin van de Plasstraat (nu Baalse Steenweg).

Het gaat vaak hard tegen hard, waarbij meer dan eens de nodige ruiten sneuvelen en er bij feestelijkheden een robbertje gevochten wordt. Begijnendijkse families worden ook min of meer verplicht partij te kiezen.

Verzoening mislukt

Toch vinden beide partijen het na enkele jaren welletjes: ze verzoenen zich. Ter bekrachtiging zullen de twee fanfares gezamenlijk optrekken van de staminee van De Roover naar die van Verbist, enkele honderden meters verderop. Hoewel de korte wandeling met goede voornemens wordt ingezet, loopt het al na enkele passen mis. Er ontstaat een hevige woordenwisseling, die even later uitmondt in een heus gevecht, waarbij lustig met de muziekinstrumenten op elkaars hersenpan getimmerd wordt.

Vete op de achtergrond

Het is de Tweede Wereldoorlog die een einde maakt aan deze ‘stammentwist’. Dan zijn er belangrijkere zaken aan de orde, zodat de polarisatie wegdeemstert, en de partij van de Wringers opgedoekt wordt.

Het dorpsleven valt in zijn normale plooi en oude geschillen worden vergeten en vergeven. Hoewel het onderwerp tot laat in de twintigste eeuw gevoelig blijft liggen in sommige Begijnendijkse families. De buurgemeenten hebben een nog langer geheugen: zij noemen de Begijnendijkenaars nog vaak veralgemenend ‘De Wringers’.

Lerarenkorps schooljaar 1953-1954 van de Gemeentelijke Jongensschool.
Centraal Jan De Ryck, links het echtpaar Fik Van Rompuy en Tine Janssens (in het wit), rechts Gusta Van Rompuy (uit Betekom) en Verstraeten (uit Heist-op-den-Berg), en bovenaan vlnr: Ceulemans, Van Oosterwijck en Jos Van Rompuy (opvolger van Jan De Rijck als schoolhoofd)

Bittere nasleep

De benoemingsaffaire heeft nog een pijnlijke nasleep. In haar dagboek vervolgt mijn grootmoeder voor 1932 met:

Danckers is op pensioen. De strijd voor de plaats van schoolhoofd kan beginnen. En begint ook. Er moet én een schoolhoofd én een leerkracht bij benoemd worden. Jan De Ryck wordt schoolhoofd. Onze Fik en de juffrouw (Geysemans) die voor de plaats van 7° leerkracht stond, worden aangehouden en in voorarrest gezet in Leuven, Maria Theresiastraat.”

Extract uit het dagboek van Tine Janssens

Het is bijna een fait divers, zoals zij het verwoordt. Maar haar man, juffrouw Gyzemans uit Schriek én ex-burgemeester Fons Van Rompuy belanden wel degelijk enkele weken in de gevangenis. Hun vermeende omkopingszaak haalt de nationale pers. Meer daarover in het volgende blogartikel!