Catharina Vanrompaey uit Keerbergen in het noorden van Vlaams-Brabant, baart op twintig jaar tijd liefst zes onwettige kinderen. Waarna haar dochter de traditie voortzet. Een familiekroniek …

Catharina Vanrompaey (°1835)

Catharina Vanrompaey [14605] is het achtste en voorlaatste kind van landbouwers Livinus Van Rompaÿe en Theresia Van Rompaÿ, beiden uit Keerbergen.

(Let overigens niet op de verschillende schrijfwijzen van de familienaam van beide ouders, die ze van een pastoor kregen. Want ze trouwen beiden voor de burgerlijke stand als ‘Vanrompaye’, overlijden beiden als ‘Van Rompaey’, en heten in Catharina’s geboorteakte beiden ‘Vanrompaey’.)

De dag na haar geboorte in november 1835, geeft haar vader haar bij de burgerlijke stand aan:

Keerbergen, 6 november 1835: de achtendertigjarige, ongeletterde landbouwer Livinus Vanrompaey komt zijn achtste kind aangeven: Catharina, de dag ervoor geboren.

21 jaar later: grootvader vervangt vader

21 jaar later schuifelt dezelfde Livien, dan al zestig, iets minder trots hetzelfde gemeentehuis binnen. Want hij komt Rosalia aangeven, die nacht geboren in de Keerbergse wijk Peervenshoek. Zij is de dochter van zijn dan 21-jarige dochter Catharina, die … ongetrouwd is.

Keerbergen, 4 juni 1856: de zestigjarige Jan Baptist komt zijn kleindochter aangeven: Rosalia, dochter van zijn 21-jarige, ongetrouwde dochter Catharina Van Rompaey.

Reeks van 6 onwettige kinderen

Catharina heeft de smaak blijkbaar te pakken, want ze krijgt op twintig jaar tijd liefst zes onwettige kinderen – van wie er vier geen lang leven beschoren is:

  • Rosalia: 1856-1933, geboren in wijk Peervenshoek
  • Joannes: 1859-1861, geboren in wijk Peervenshoek
  • Regina: 1862-1862, geboren in wijk Papestraat
  • Paulus: 1866-1868, geboren in wijk Papestraat
  • Franciscus: 1871-1952, geboren in wijk Papestraat
  • Constantinus: 1875-1875, geboren in wijk Papestraat

Het eerste geeft, zoals gezegd, vader Livien aan, het vijfde broer Ferdinand. De vier andere worden door Jan Van Oosterwyck, gebuur en veldwachter, aan de ambtenaar ‘vertoond’ …

Popp-kaart (1842-1879)
De Papestraat loopt vanuit het zuiden naar het centrum van Keerbergen
De Atlas der Buurtwegen (1841) geeft ook de wijk Peervenshoek aan,
ten zuidoosten van de Papestraat, nabij de Hansbrug over de Dijle, waar de gemeente Haacht begint.

Catharina woont met haar kroost bij haar ouders in. Ze huizen in de Papestraat, die van het dorpscentrum zuidwaarts naar de Dijle loopt. De valleigrond is er vruchtbaar, maar de weg zelf slijkerig met diepe karresporen. Het bevolkingsregister van 1856-1866 beschrijft het toenmalige gezin:

Keerbergen, bevolkingsregister 1856-1866, p.580:
Livinus Van Rompaey & Theresia Van Rompaey wonen in de Papestraat.
Twee kinderen, Ferdinand en Catharina, wonen nog bij hen in, samen met Catharina’s (onwettige) kroost. De geboortedatum van Rosalia wordt overigens verkeerd genoteerd (1850 in plaats van 1856).

In het volgende bevolkingsregister (1867-1890) schieten op hetzelfde adres – dan Papestraat 547 – alleen nog weduwnaar Livinus over (zijn vrouw is in 1866 overleden), zijn dochter Catharina en vier van haar zes kinderen.

Keerbergen, bevolkingsregister 1867-1890, p.578:
in de Papenstraat, huis 547 wonen weduwnaar Livinus Vanrompay, zijn dochter Catharina die het huishouden bestiert, en haar (onwettige) kinderen die nog in leven zijn. (Wie doorstreept wordt, overlijdt in deze periode.)

Livinus overlijdt in 1870. Zijn dochter Catharina werkt echter dapper verder aan haar nageslacht, want in 1875 baart ze haar zesde onwettige kind. Meteen ook haar laatste, want ze sterft enkele weken later, nog geen veertig jaar oud. Haar onfortuinlijke baby bezwijkt een maand nadien.

Zo moeder, zo dochter

Slechts twee van Catharina’s zes kinderen overleven dus: Franciscus (°1871) en Rosalia (°1856).

Zo moeder, zo dochter, blijkbaar. Want Rosalia krijgt op haar negentiende in de Papestraat zélf een onwettige zoon: Ferdinandus, genoemd naar haar oom.

Keerbergen, 6 februari 1877: de onwettig geboren Rosalia Van Rompaey, dan negentien jaar en werkvrouw, bevalt zelf van een onwettige zoon, Ferdinand Van Rompaey. Aangever is Rosalia’s oom Ferdinand, een ongeletterde houtzager.

Een maand later, op 8 maart 1877, trekt Rosalia naar Brussel. Toch baart ze in 1880 in het Mechelse Nekkerspoel nog een onwettig kind: Marie. Dat wordt in 1882 gewettigd door haar trouw met Xavier Mathij. Hij is plafonneerdersgast zoals zijn vader, zij herbergierster.

Merkwaardig, en voorlopig onverklaarbaar, is de zinsnede in hun huwelijksakte: “Rosalia Van Rompaey […], natuurlijke en meerderjarige dochter van Catharina Van Rompaey, waarvan zij het bestaan niet kent.”

Ferdinand Van Rompaey, Rosalies onwettige zoon, verdrinkt in de zomer van 1933 in de Mechelse Dijle. dat gebeurt ter hoogte van het Tuinstraatje, waar hij met zijn gezin woont. Rosalia blijft dit droevige voorval bespaard: zij is een half jaar eerder gestorven in het Mechelse Gasthuis in de Keizerstraat.

Mechelen, 25 juli 1933: Ferdinand Van Rompaey, leurder, dobbert in de Mechelse Dijle ter hoogte van het Tuinstraatje, waar hij met zijn gezin woont. Aangever van het overlijden is zijn echtgenote Marie-Louise Van Der Mercken, bijgestaan door een politieofficier.

Catharina’s zoon Franciscus

Catharina’s overlevende zoon Franciscus (°1871) verhuist op 22 juli 1887 naar Mechelen, trouwt er in 1892 met Rosalia Mertens, krijgt zeven Mechelse kinderen, en overlijdt er in 1952 in het Gasthuis in de Keizerstraat.

Het grootste deel van zijn leven is hij koetsier (zo blijkt uit aktes van 1903, 1909, 1913, 1918 en 1930), maar hij trouwt als bakkergast en is in 1923 blijkbaar ijzerbewerker. Bij zijn overlijden woont hij in de Mechelse Demerstraat 7.

Opmerkelijk: uit zijn ondertekening van zijn huwelijksakte blijkt dat Franciscus nog altijd niet akkoord gaat met de ambtelijke schrijfwijze van zijn familienaam:

De wettige schrijfwijze van de familienaam volgens de ambtenaar.
De correcte schrijfwijze volgens de betrokkene, die vasthoudt aan de originele schrijfwijze door de pastoor.