In maart 2020 slaat een Corona-virus toe in Vlaanderen. Wat een overtrokken algemene hysterie voor dit supergriepje, vergeleken met de cholerabacil die anderhalve eeuw geleden op vier dagen een volledig gezin wegvaagt!

Het overlijdensregister van 1866 deed me huiveren.

Vandaag ploegde ik me door de akten van de burgerlijke stand van Onze-Lieve-Vrouw-Waver. Van 1890 werkte ik jaar na jaar mijn weg terug om er alle Van Rompaeys in kaart te brengen. Geen al te zware opdracht met elk jaar maar enkele geboortes en even weinig overlijdens.

Annuus horibilis

Maar dan stuit ik op de jaarindex van 1866 : liefst vijf opeenvolgende aktes van naamgenoten! Ik huiver, want dit betekent niet veel goeds.

Overlijdensaktes met nummers 18, 19, 20, 21 & 23 allemaal voor een Van Rompaey? Dat voorspelt niet veel goeds.

De eigenlijke overlijdensaktes (nummers 18, 19, 20 & 21) sommen kil op hoe dit gezin in een mum van tijd van de aarde wordt geveegd:

  • middag van 8 juli: dochter Elisabeth, 2 jaar
  • nacht van 8 op 9 juli: vader Petrus Van Rompaey
  • nacht van 9 op 10 juli: moeder Catharina Francisca Camps
  • nacht van 10 op 11: dochter Anna Maria, 7 jaar

Tot de dood ons … niet scheidt

Vader en moeder blijven zelfs in de dood verenigd, want ze delen dezelfde folio in het overlijdensregister van Onze-Lieve-Vrouw-Waver.

Twee echtelieden op één pagina. Met op de pagina ervoor hun ene kind, op de pagina erna het andere.

Wie goed doet, goed ontmoet?

Over de doodsoorzaak reppen de kille, ambtelijke aktes met geen woord. Maar dat het om een erg besmettelijke ziekte gaat, bewijst het overlijden van 12 juli in de namiddag. Dan bezwijkt in het getroffen huis in de Molenstraat (Wijk B, nr. 70) ook Henricus Van Rompaey. Hij is de broer van Petrus, die te hulp geschoten is, want zijn overlijdensakte vermeldt: ‘woonende te Rijmenam, alhier toevalliglijk verblijvende’.

[…] overleden is: Van Rompaey Henricus, landbouwer, oud drijenvijftig jaren, woonende te Rijmenam, alhier toevalliglijk verblijvende, man Maria Theresia Van Kerckhoven, landbouwster, woonende te Rijmenam

Blauwe dood

Hoogstwaarschijnlijk is de cholerabacil de oorzaak van alle miserie. Die steekt met tussenpozen de kop op. En de pandemie van 1866 is de dodelijkste van allemaal: ze eist alleen al in België 43.400 slachtoffers.

De oorzaak? Besmet drinkwater en alles waarmee dat in aanraking komt. De ziekte slaat razendsnel toe, want de incubatietijd bedraagt maar een dag: de bacil deelt zich in het lichaam om het half uur. Door hevige diarree droogt de patiënt geheel uit – soms al binnen een dag. Zijn huid krijgt daardoor een blauwige schijn, waardoor men in de volksmond van ‘de blauwe dood’ spreekt.

Een Nederlands anti-cholerapamflet uit 1866 (Wikipedia).

Slechte timing

Het toppunt van het verhaal? Het gezin dat uitgeroeid wordt, was pas net verhuisd naar zijn nieuwe gemeente. Het bevolkingsregister van Rijmenam noteert hun vertrek naar Onze-Lieve-Vrouw-Waver op 16 maart 1866 …

Op 16 maart was het gezin pas verhuisd van de Rijmenamse ‘Brandheyde’ naar de Molenstraat in Onze-Lieve-Vrouw-Waver. Vier maanden later is het van de kaart geveegd.

“Corona? Laat me niet lachen. Man, in mijnen tijd, toén waren er nog eens epidemies!”, mompelt ergens een betovergrootvader.